Nederlander Marinus van der Lubbe en de Reichstag brand.
- Michael
- 24 jun 2024
- 3 minuten om te lezen
Bijgewerkt op: 5 jul 2024
Op de avond van 27 februari 1933 stond het Duitse parlementsgebouw, de Rijksdag, in lichterlaaie. Deze gebeurtenis, die de geschiedenis is ingegaan als de Rijksdagbrand, markeerde een keerpunt in de Duitse politiek en speelde een cruciale rol in de opkomst van het naziregime.
De Nederlandse communist Marinus van der Lubbe werd gearresteerd en beschuldigd van brandstichting. Zijn verhaal en de gebeurtenissen rondom de brand werpen een complexe schaduw op een al duister tijdperk.
Marinus van der Lubbe
Marinus van der Lubbe werd geboren op 13 januari 1909 in Leiden. Zijn jeugd werd gekenmerkt door armoede en tegenslagen. Op jonge leeftijd verloor hij zijn moeder, waarna hij bij zijn halfzus ging wonen. Van der Lubbe werkte aanvankelijk als metselaar, maar moest dit beroep opgeven nadat hij door een arbeidsongeval bijna blind werd. In de jaren '20 raakte hij betrokken bij de communistische beweging in Nederland, geĆÆnspireerd door zijn verlangen naar sociale rechtvaardigheid en revolutie.

Van der Lubbe was een overtuigd communist en ontwikkelde radicale ideeƫn over hoe de arbeidersklasse bevrijd moest worden van de kapitalistische onderdrukking. Zijn politieke activiteiten brachten hem in conflict met de autoriteiten, maar ook binnen de communistische beweging werd hij gezien als een radicale en soms onvoorspelbare figuur.
De Brand in de Rijksdag
Op 27 februari 1933, slechts een paar weken nadat Adolf Hitler tot rijkskanselier was benoemd, brak er een grote brand uit in de Rijksdag. De brand verwoestte een groot deel van het gebouw en veroorzaakte een politieke schokgolf door Duitsland. De politie arresteerde vrijwel onmiddellijk Marinus van der Lubbe, die zich in het gebouw bevond.
Van der Lubbe bekende de brand te hebben aangestoken en verklaarde dat hij handelde uit protest tegen het falen van de gevestigde politiek om de werkende klasse te helpen.
Hij werd snel beschuldigd van samenzwering met de Communistische Partij om een revolutie te ontketenen. De nazi's gebruikten de brand als een voorwendsel om hard op te treden tegen politieke tegenstanders, vooral de communisten.
Het Proces en de Gevolgen
Het proces tegen Van der Lubbe begon in september 1933 en werd een mediaspektakel. hij volhield alleen te hebben gehandeld, werd hij veroordeeld voor brandstichting en hoogverraad.

Op 10 januari 1934 werd hij geƫxecuteerd door onthoofding. Het proces werd door veel historici gezien als een schijnvertoning, bedoeld om de nazi's een rechtvaardiging te geven voor hun repressieve maatregelen tegen politieke tegenstanders.
De Rijksdagbrand had verstrekkende gevolgen voor Duitsland. De dag na de brand vaardigde president Paul von Hindenburg, op aandringen van Hitler, de Rijksdagbrandverordening uit. Deze noodverordening schortte de meeste burgerlijke vrijheden op en gaf de regering de macht om arrestaties te verrichten zonder gerechtelijk bevel, de pers te censureren en politieke bijeenkomsten te verbieden. Dit legde de basis voor de dictatuur van Hitler en de nazi's, die snel daarna de macht consolideerden.
Theorieƫn
De vraag of Van der Lubbe echt de enige dader was, blijft omstreden. Sommige historici en tijdgenoten geloven dat de nazi's zelf de brand hebben aangestoken om een excuus te hebben voor hun repressieve maatregelen. Hoewel er geen sluitend bewijs is dat de nazi's direct betrokken waren bij de brandstichting, blijft het een mogelijkheid die door velen wordt overwogen.
Andere theorieƫn suggereren dat Van der Lubbe wel betrokken was, maar mogelijk werd gemanipuleerd door de nazi's of andere politieke groeperingen. Zijn vermeende geestelijke instabiliteit en radicale opvattingen maakten hem een gemakkelijke zondebok.
Opgraven lichaam Van der Lubbe
Eind januari 2023 is het stoffelijk overschot van Marinus van der Lubbe in Leipzig opgegraven. Een team van patholoog-anatomen heeft onderzoek gedaan of de Nederlander was gedrogeerd met scopolamine, het middel waarmee de naziās later experimenteerden als āwaarheidsserumā.
Onderzoekers stellen in het rapport vast dat zij geen bewijs kunnen vinden voor drogering.